Size | LENGTE VAN DE BINNENZOOL | BINNENZOOL BREEDTE |
22/23 | 6.1 | 2.6 |
24/25 | 6.6 | 2.7 |
26/27 | 7.1 | 2.8 |
28/29 | 7.7 | 2.9 |
30/31 | 8.2 | 3 |
32/33 | 8.7 | 3.1 |

De meting wordt uitgevoerd in sokken of kousen die het kind normaal gesproken dagelijks bij het nieuwe schoeisel draagt. De meting wordt alleen op blote voeten uitgevoerd, als het kind het door u gewenste schoeisel toch met blote voeten gaat dragen.
Bij het kiezen van de juiste schoenmaat is het de moeite waard om te overwegen of het product aanbevolen wordt voor normale/dunne of normale/dikke voeten. Ons advies en meer gedetailleerde informatie over het product kunt u lezen in de productbeschrijving van de geselecteerde schoen.
- Plaats uw kind op een vel papier en vraag hem zijn volle gewicht op de voetzolen te plaatsen.
- Teken een cirkel rond de voeten van het kind en meet de langste afstand tussen de zool en de tenen.
- Het is de moeite waard om beide voeten afzonderlijk te meten, omdat er verschillen kunnen zijn tussen de twee voeten en er altijd rekening moet worden gehouden met de grotere maat.